Laag inkomen geeft recht op €200,- compensatie energiekosten

Zo’n 800.000 huishoudens met een laag inkomen krijgen recht op een eenmalige energietoelage van €200,-

 

Eerder kwam de Woonbond samen met FNV en Milieudefensie met een plan voor extra steun voor mensen met een minimuminkomen. Daarmee zouden de lage inkomens er structureel een stuk meer geholpen worden. Vraag blijft of 200 euro volstaat. “Het is helaas veel minder dan wij voor pleiten, terwijl mensen hun rekeningen op dit moment niet meer kunnen betalen”, zegt Bas van Weegberg van de FNV tegen de NOS.  “Het is een mooi gebaar, maar meer dan dat is het niet”, laat Amma Asante van de Landelijke Cliëntenraad eveneens via de NOS weten(externe link). “Ik wil niet zuur doen, want alle kleine beetjes helpen. Maar het is te weinig. Alles wordt steeds duurder en dit geld is incidenteel.’

Niet alleen bijstand

Bijstandsgerechtigden ontvangen het extra geld automatisch via de gemeente in het eerste kwartaal van 2022. Heb je geen bijstand, maar wel een klein inkomen? Dien dan een verzoek in bij de gemeente. Mensen die in aanmerking komen voor deze compensatie zijn werkende armen, IOW- gerechtigden, AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen en zelfstandig ondernemers met een laag inkomen.

Bel gemeente via 14+

Het verzoek voor compensatie moet worden gedaan bij de gemeente waarin je woont. Check hiervoor de website van jouw gemeente, of bel het gemeentehuis voor meer informatie. Steeds meer gemeenten zijn bereikbaar via een verkort telefoonnummer, het zogenaamde 14+netnummer(externe link). Zo bel je bijvoorbeeld naar de gemeenten in de regio Rotterdam met 14 010, of via 14 030 naar de gemeenten in de regio Utrecht. De toelage zal het komende jaar beschikbaar komen. Het Kabinet en de VNG streven ernaar in het eerste kwartaal te starten met de uitkering van de toelage.

Meldpunt Energiealarm

Is jouw woning slecht geïsoleerd? Zit je in de kou of op de tocht? Is de energierekening huizenhoog? Of staat de verwarming juist laag om de rekening betaalbaar te houden? Laat het weten op dit meldpunt. De Woonbond gebruikt jouw melding om bij verhuurders, politiek en pers aandacht te vragen voor hoge energiekosten in onzuinige huurwoningen en de comfort- en gezondheidsklachten die dat met zich mee brengt.

Wat kost huren in 2022?

Met welk inkomen heb je nog toegang tot een sociale huurwoning? En hoe hoog mag de huurverhoging zijn het komende jaar? De Woonbond zet belangrijke wijzigingen voor huurders en woningzoekers in 2022 op een rij.

In dit overzichtsartikel vind je de belangrijkste veranderingen in huurprijsbeleid en inkomensgrenzen.

Wat kost een sociale huurwoning?

Verhuis je in 2022 naar een sociale huurwoning? Dan kan de (kale) huur van die woning maximaal € 763,47 zijn. Dit is de nieuwe liberalisatiegrens. Deze grens wordt door de overheid bepaald en schuift ieder jaar een beetje op. Let op: de liberalisatiegrens geldt voor aanvangshuren. Wie al langer huurt betaalt soms meer voor een sociale huurwoning. Dat is niet nieuw in 2022, maar al jaren zo. Ook niet nieuw is dat zowel woningcorporaties als beleggers sociale huurwoningen kunnen verhuren. Met een aanvangshuur onder de liberalisatiegrens huur je niet in de vrije (geliberaliseerde) sector, maar in de sociale (door de overheid gereguleerde) sector.

Met welk inkomen kan ik sociaal gaan huren bij een woningcorporatie?

Vanaf 2022 gelden er twee inkomensgrenzen, die afhangen van het type huishouden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen alleenwonenden en meerpersoonshuishoudens.

  • € 40.765 voor alleenwonenden
  • € 45.014 voor meerpersoonshuishoudens

Daarnaast hebben corporaties nog 7,5% ‘vrije toewijzingsruimte’. Dat wil zeggen dat ze 7,5% van de vrijkomende sociale huurwoningen aan hogere inkomens mógen toewijzen, maar daar zijn ze niet toe verplicht.

Voor commerciële verhuurders (particuliere huisbazen en vastgoedbeleggers) die sociale huurwoningen verhuren gelden deze regels niet.

Wat kost sociaal gaan huren als ik een laag inkomen heb?

Heb je een laag inkomen en ga je in 2022 bij een woningcorporatie huren? Dan betaal je maximaal € 633,25 (huishoudens van 1 of 2 personen) of € 678,66 (grotere huishoudens). Dat komt door het ‘passend toewijzen’ dat woningcorporaties al een paar jaar moeten doen. Minstens 95% van de woningen die corporaties verhuren aan huishoudens met een laag inkomens moet een betaalbare huur hebben. Welke huurprijs als ‘betaalbaar’ geldt schuift ieder jaar een beetje op. In de praktijk ziet de overheid alles onder de aftoppingsgrens voor huurtoeslag als ‘betaalbare huur’.

Wat ziet de overheid als ‘laag inkomen’?

Voor ‘passend toewijzen’ van sociale huurwoningen van woningcorporaties gelden -al jaren- inkomensgrenzen. De bedragen die bij deze grenzen horen schuiven ieder jaar een beetje op. Voor 2022 zijn de bedragen:

  • Eenpersoonshuishouden, nog geen AOW  – €24.075
  • Meerpersoonshuishouden, nog geen AOW  –  €32.675
  • Eenpersoonshuishouden, AOW –  €23.975
  • Meerpersoonshuishouden, AOW –  €32.550

Wat wordt de huurverhoging per 1 juli?

Dat hangt van verschillende dingen af.  Voor sociale huurwoningen zijn de regels anders dan voor vrijesectorwoningen.  Huur je een sociale huurwoning én heb je een relatief hoog inkomen? Nieuw is dat de verhuurder dan een huurverhoging in euro’s mag vragen, in plaats van een huurverhoging dat een percentage is van de huidige huur. Huur je een sociale huurwoning met een lage huur, maar heb je géén hoog inkomen? Nieuw is dat de verhuurder de huur dan mag verhogen met maximaal €25 per maand. Heb je géén hoog inkomen en ook geen lage huur? Dan geldt de ‘reguliere’ huurverhoging voor sociale huurders.  Dat is wél een huurverhoging in percentages.

Sociale huurwoning (geen lage huur, geen hoog inkomen)

Het ministerie van Binnenlandse Zaken bepaalt het percentage waarmee de huur per 1 juli omhoog mag. Dat percentage is nu nog niet bekend. Zo gauw het bekend is publiceren we dat in dit overzicht.

Sociale huurwoning (relatief hoog inkomen)

In 2022 mogen verhuurders forse huurverhogingen vragen aan sociale huurders met een relatief hoog inkomen. Het kan gaan om een huurverhoging van maximaal €50 per maand. Of om een huurverhoging van maximaal €100 per maand. Die huurverhoging komt in de plaats van de ‘gewone’ huurverhoging in percentages. Om te bepalen welke huurverhoging voor jou geldt kijkt de verhuurder naar de samenstelling van je huishouden en je inkomen.

Maximaal €50 per maand

  • Alleenwonenden met een inkomen tussen €47.077 en €55.500
  • Meerpersoonshuishoudens met een (gezamenlijk) inkomen tussen €54.196 en €74.000

Maximaal €100 per maand

  • Alleenwonenden met een inkomen hoger dan €55.500
  • Meerpersoonshuishoudens met een (gezamenlijk) inkomen hoger dan €74.000

Dit zijn de inkomensgrenzen op het prijspeil van 2021. Per 1 januari 2022 worden deze inkomensgrenzen geïndexeerd. Ze zullen daarom iets hoger uitvallen.

Door de huurverhoging mag je huur nooit hoger worden dan de maximumhuur die volgens het puntenstelsel gevraagd mag worden voor jouw huurwoning.

Sociale huurwoning met lage huur

Heb je een sociale huurwoning met een maandelijkse huur van €300 of minder? Dan mag je huur met maximaal €25 omhoog. Die huurverhoging komt in de plaats van de ‘gewone’ huurverhoging in percentages.

Vrije sector huurwoning

In de vrije sector geldt dat de huur bij de jaarlijkse huurverhoging maximaal 1% boven inflatie mag stijgen. De inflatie over 2021 was 2,3%. Daarmee ligt de maximale huurverhoging op 3,3%. Staat er een lager percentage in je huurcontract? Dan geldt dát percentage als het maximum voor jouw huurverhoging.

Ben ik een vrijesectorhuurder?

Veel mensen die een hoge huurprijs betalen gaan ervan uit dat ze in de ‘vrije sector’ huren, met een geliberaliseerde huurprijs. Toch is dat niet altijd zo.  Twijfel je of je vrijesectorhuurder bent? Met deze tool check je hoe het zit.

Heb ik recht op huurtoeslag?

Dat kan als je huurprijs niet te hoog is, je inkomen bescheiden is en je niet te veel vermogen hebt. Belangrijk: van wie je de woning huurt (woningcorporatie, belegger, particulier) maakt voor de huurtoeslag niet uit.

Als je voor het eerst huurtoeslag aanvraagt mag je huur niet hoger zijn dan de huurtoeslaggrens. In 2022 is dat € 763,47.
Sinds 2020 geldt er geen harde inkomensgrens meer voor de huurtoeslag. Dus ook met een wat hoger inkomen kun je er recht op hebben. Of dat zo is hangt van je huurprijs af.  Of je inkomen en huur recht geven op huurtoeslag kun je controleren bij de Belastingdienst.
Voor de huurtoeslag geldt een harde vermogensgrens. Je mag niet te veel vermogen (zoals spaargeld en geld op je betaalrekening) hebben. In 2022 mag je maximaal € € 31.747 per persoon aan vermogen hebben. Heb je op 1 januari meer? Dan heb je het hele jaar 2022 géén recht op huurtoeslag.

Wil je weten of je huurtoeslag kunt krijgen in 2022? Gebruik de rekenhulp van de Belastingdienst (externe link)om een proefberekening te maken.

Huurtoeslag is een complexe regeling. Lees voor meer uitleg ons webdossier over huurtoeslag.

Misschien. Het gaat dan om huurkorting die minimaal één maand tot maximaal drie jaar kan duren. De regeling is op 1 april 2021 van kracht geworden. In dit vraagbaakartikel lees je er meer over.

Inkomensgrens

Per 2020 zijn de ‘inkomensgrenzen’ voor huurtoeslag geen harde grenzen meer. Vroeger verviel je recht op huurtoeslag als je inkomen nét boven de grens raakte. Dat is nu niet meer zo. Als je inkomen een beetje hoger is (of wordt)  kun je toch nog huurtoeslag krijgen.

Huurtoeslag voor lage inkomens

Met een ‘laag inkomen’ heb je recht op huurtoeslag, tenzij je een heel lage huur hebt. Dat was vroeger al zo en dat geldt nog steeds. Wat de overheid als ‘laag inkomen’ ziet schuift ieder jaar een beetje op. In 2021 ziet de overheid het volgende als laag inkomen:

Alleenwonend, nog geen AOW  – minder dan € 23.725
Niet alleenwonend, nog geen AOW  –  minder dan € 32.200
Alleenwonend, AOW –  minder dan € 23.650
Niet alleenwonend, AOW –  minder dan € 32.075

Dit zijn de grenzen voor het ‘passend toewijzen’ van sociale woningen die door woningcorporaties worden verhuurd. Als je inkomen lager is kom je met voorrang in aanmerking voor de goedkopere woningen van woningcorporaties. Maar om huurtoeslag te kunnen krijgen mag je inkomen ook iets hoger zijn. Bovendien hoef je daar geen corporatiewoning voor te huren. Het mag ook een woning van een particuliere verhuurder of belegger zijn.

Toeslag voor iets hogere inkomens

Sinds 2020 kun je ook huurtoeslag krijgen als je inkomen hoger is dan de grenzen voor passend toewijzen. Je krijgt dan niet zo veel als huurders met een lager inkomen, maar het kan nog steeds om een fors bedrag gaan. Als je inkomen stijgt wordt de toeslag geleidelijk minder. Bij welk inkomen je helemaal geen huurtoeslag meer krijgt hangt af van je huurprijs en het aantal personen in je huishouden. Verder maakt het uit of je de AOW-leeftijd al bereikt hebt of juist niet. In de praktijk is er met een inkomen tot grofweg €31.000 (alleenstaanden) en €41.000 (gezinnen) soms huurtoeslag mogelijk. Belangrijk: je moet zelf uitvinden of je recht hebt op toeslag en je moet de toeslag zelf aanvragen.

Proefberekening

Dé manier om uit te vinden of je recht hebt op toeslag is de rekenhulp op de website van de Belastingdienst(externe link). Als blijkt dat je geschatte inkomen recht geeft op toeslag, kun je inloggen met je DigiD en toeslag aanvragen. Vind je het lastig om je inkomen te schatten en wil je niet de kans lopen om toeslag te krijgen die je later weer moet terugbetalen? Dan kun je wachten tot je zeker bent van je inkomen in 2021. Aanvragen van huurtoeslag over 2021 kan tot 1 september 2022. Of je kunt je inkomen hoger inschatten dan je in werkelijkheid verwacht. Je krijgt dan minder toeslag, maar later -zodra je definitieve inkomen bekend is- alsnog een nabetaling.

Woonbond: Normen en grenzen huurtoeslag

Huurtoeslaggrenzen

De huurtoeslag is een ingewikkelde regeling, met vele normen en grenzen.  Welke normen en grenzen zijn van invloed op het recht op huurtoeslag?

Liberalisatiegrens

Op het moment dat het huurcontract wordt afgesloten moet de (kale) huurprijs onder de liberalisatiegrens liggen die voor dat kalenderjaar is vastgesteld. Is de woning  duurder? Dan is er geen huurtoeslag mogelijk. De liberalisatiegrens is even hoog als de huurtoeslaggrens.

Inkomensgrens

Tot en met 2019 kwamen alleen huurders met een laag inkomen en beperkt spaargeld in aanmerking voor huurtoeslag. Sinds 2020 kunnen ook huurders met een iets hoger inkomen toeslag krijgen. Als het inkomen stijgt wordt de huurtoeslag geleidelijk minder. Welk jaarinkomen een huishouden maximaal mag hebben om nog toeslag te kunnen krijgen is sinds 2020 geen harde grens meer in euro’s, maar hangt af van de huurprijs, het aantal bewoners en van het al dan niet bereikt hebben van de AOW-leeftijd.  Meer over inkomensgrens.

Vermogensgrens

Het maximum dat een huishouden aan spaargeld (en ander vermogen) mag hebben is nog wél een ‘harde grens’. Als je op 1 januari te veel vermogen hebt vervalt dat hele jaar je recht op huurtoeslag. Zelfs een paar euro te veel vermogen kan er al voor zorgen dat je het hele jaar geen huurtoeslag krijgt. Als je vermogen vlakbij de vermogensgrens ligt is het dus belangrijk om goed te letten op de peildatum van 1 januari. Een paar dagen later mag je meer vermogen hebben, maar op 1 januari per se niet.

Basishuur

Voor elk huishouden dat in aanmerking komt voor huurtoeslag wordt eerst de zogenaamde ‘basishuur’ vastgesteld. Dat deel van de huur moet het huishouden zelf betalen, er is geen toeslag over mogelijk.  De hoogte van de basishuur is afhankelijk van het inkomen. Hoe lager het inkomen, hoe lager het bedrag dat het huishouden zelf moet betalen.  De overheid heeft minimumbedragen vastgesteld die ieder huishouden (ook huishoudens met zeer lage inkomens) hoe dan ook zelf moeten betalen.  De minimumbedragen voor de basishuur worden elk jaar op 1 januari aangepast. Voor huishoudens die de AOW-leeftijd al bereikt hebben ligt het minimumbedrag marginaal lager dan voor jongeren. Meer over basishuur.

Kwaliteitskortingsgrens

Het bedrag tussen de basishuur en de kwaliteitskortingsgrens wordt 100% vergoed door huurtoeslag.  De kwaliteitskortingsgrens is een harde grens in euro´s, die op 1 januari van ieder kalenderjaar wordt aangepast. Voor huurders met een iets hoger inkomen geldt dat hun ‘basishuur’ hoger is dan de kwaliteitskortingsgrens. Die huurders krijgen dus géén toeslag over het deel van de huur tot de kwaliteitskortingsgrens. Voor jongeren tot 23 bepaalt de kwaliteitskortingsgrens of er recht op huurtoeslag bestaat of juist niet. Een jongere die sociaal gaat huren voor een hogere huurprijs heeft géén recht op toeslag. Een 23-plusser wel. Meer over kwaliteitskortingsgrens.

Aftoppingsgrens

65% van de huurprijs tussen de kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrens wordt door de huurtoeslag vergoed. Er zijn 2 aftoppingsgrenzen, die ieder jaar op 1 januari worden aangepast. Is de huurprijs hoger dan de aftoppingsgrens? Dan heeft dat invloed op de huurtoeslag. Veel meerpersoonshuishoudens moeten het gedeelte van de huur dat boven de voor hen geldende aftoppingsgrens ligt volledig zelf betalen. Alleen meerpersoonshuishoudens waarin sprake is van AOW of een woning die is aangepast op een handicap krijgen nog een deel vergoed. Meer over aftoppingsgrens.

Huurtoeslaggrens

Over het bedrag tussen de aftoppingsgrens en de huurtoeslaggrens is maximaal 40% huurtoeslag mogelijk. Veel meerpersoonshuishoudens moeten het bedrag tussen de voor hen geldende aftoppingsgrens en de huurtoeslaggrens volledig zelf betalen. De volgende huishoudens krijgen wél 40% vergoed:

  • 1-persoonshuishoudens
  • meerpersoonshuishouden waarvan minstens 1 bewoner ouder is dan de AOW-gerechtigde leeftijd
  • meerpersoonshuishoudens die vanwege een handicap in een aangepaste woning wonen

Is de huurprijs door een huurverhoging boven de toeslaggrens geraakt? Huishoudens die al recht hadden op huurtoeslag behouden hun toeslag. Wel geldt dat zij het gedeelte van de huur dat boven de huurtoeslaggrens ligt volledig zelf moeten betalen. De huurtoeslaggrens is even hoog als de liberalisatiegrens.  Meer over huurtoeslaggrens.

Terug naar boven